Iedereen is vertrouwd met de aanblik van de blauwe steen in het Belgische straatbeeld. Je kan er niet omheen, onze straten, dorpen en steden liggen bezaaid met de gerenommeerde blauwe steen. Is elk van deze stenen effectief topkwaliteit of wordt er links en rechts wel eens een alternatief gebruikt? Onderstaand vind je een handig overzicht van blauwe hardsteen gebaseerd op hun afkomst.

Chinees (klei en kalk)
Chinese blauwe hardsteen draagt onterecht deze titel. Door het hoge dolomietgehalte dat deze stenen bezitten, zal er na enkele jaren een lichte bruine verkleuring optreden. Qua drukvastheid en slijtvastheid komt ze dan wel weer in de buurt van de Vietnamese en Belgische alternatieven.
Van nature is de Chinese steen ook de donkerste van de klas.

Vietnamees (klei)
Deze exotische variant toont enorm veel gelijkaardige eigenschappen aan zijn Belgische broertje.
Hij zal enkel wat meer kleurnuances bezitten dan Belgische blauwsteen. Blauwsteen blijft een natuurlijk product, waardoor de stenen van groeve tot groeve kunnen verschillen en zelfs per lot differentiaties kunnen vertonen.

Belgisch (kalk)
Belgische blauwsteen, beter gekend onder de naam petit-granit vanwege zijn natuurlijke glans en hardheid leeft het meest van allemaal. Hierbij zal het uiterlijk in de loop der jaren stelselmatig wijzigen. De steen is minder poreus, waardoor ze minder gevoelig is voor vlekken. Een Belgische hardsteen kan je het best herkennen aan de fossielen die er in ingebed zijn, wat de Ierse dan weer minder bezit en makkelijk te onderscheiden is van de witte vlekken op de Aziatische hardstenen.

Iers (kalk)
Ierse hardsteen bezit een gelijkaardige kwaliteit als de Belgische. Visueel zie je minder aders dan bij ons inheems beschermd product. Qua samenstelling is ze nog compacter dan de Belgische blauwe hardsteen waarbij de kleur kan gaan van lichtgrijs over donkerblauw tot glanzend zwart. Ook deze steen leeft, waardoor er na verloop van tijd een natuurlijke patina zal verkregen worden.